Op jacht naar kriebelbeestjes

Maar wat zijn kriebelbeestjes? Kriebelbeestjes zijn insecten, want ze zijn kleine beestjes en kriebelen!
Je gaat insecten zoeken om er iets over te leren.
Welke kleuren hebben ze? Hoeveel poten? Wat is er allemaal anders aan insecten dan aan ons?

Wat heb je nodig?

-Werkblad van de website
-vergrootglas
-Doorzichtige potjes met deksel (met gaatjes in deksel)
-Vangnet of groot vel wit papier of paraplu
Hoe vang je een kriebelbeest?

De kriebelbeestjes kunnen op 4 verschillende manieren worden gevangen. Dat komt omdat insecten op verschillende plaatsen wonen.
Let op dat je de insecten niet plet bij het vangen!
Manier 1. Bodemval

Een bodemval zet je de dag voor je gaat onderzoeken op. Zo zitten er zeker insecten in op de dag dat je de insecten wilt bekijken.
Niet langer wachten dan een dag anders hebben de insecten elkaar misschien opgegeten.
Zorg dat je de bodemvallen terug kan vinden, een vlaggetje erbij zetten of teken een kaart!
Een bodemval is een glazen potje (oud jampotje of pindakaas) wat je ingraaft in de grond tot de rand van het potje, zo vallen de insecten erin als ze over de grond lopen. Vliegende insecten kan je hiermee dus niet vangen!
Als het regent bouw je een klein dakje voor over het potje, anders loopt er water in.

Manier 2. Met de handjes vangen!

Lekker eenvoudig en toch leuk! Je eigen handen gebruiken om insecten mee te vangen.
Hiervoor moet je wel snel zijn, want de kriebelbeesten zijn heel snel!

Let op voor prikkers en stekers, die moet je vangen met een potje en dekseltje in de hand.
Een insect kun je goed van onderen vangen, meeste insecten laten zich dan vallen in je potje of handen.
Til ook eens een stoeptegel of tuintegel (als deze loszit) op. Daaronder zitten vaak heel veel kriebelbeestjes!

Manier 3. Kloppen

Een andere manier is de klopmethode. Hiermee vang je vooral de niet-vliegende insecten. Je vangt als het ware de insecten op uit bomen en struiken.
Houd een omgekeerde lichtgekleurde paraplu of groot vel wit papier onder de struik of boom en klop met een stevige stok tegen de takken.
De kriebelbeestjes vallen nu vanzelf naar beneden op je papier of paraplu.

Manier 4. Vangnet

Vliegende insecten vang je het makkelijkst met een vliegennet of vangnet.
Dat wordt dus flink erachteraan rennen en springen!
Je kunt een vangnet kopen, maar ook een zelf maken van bijvoorbeeld een badmintonracketframe.
Aan een ring van sterk metaaldraad wordt een zak van stevige stof bevestigd, lang genoeg om dubbel te kunnen slaan door het handvat een slag te draaien zodat de vangst er niet meer uit kan vliegen.
Op het werkblad kun je opschrijven wat je allemaal hebt gevonden.
Hoe groot ze zijn, welke kleuren en of ze kunnen vliegen of niet.

Kriebelbeestjes vinden het niet fijn om opgesloten te zitten, dus laat ze na bestudering weer vrij!

Download hier het werkblad